V-Bio Ventures is een durfkapitaalbedrijf dat zich specifiek richt op het segment van jonge baanbrekende biotechbedrijven. Haar strategie om te investeren in transformationele bedrijven in de medische en agrarische sector blijft ongewijzigd in dit tweede fonds. V-Bio Fund 2 zal ook zijn vruchtbare relatie onderhouden met VIB, Europa’s toonaangevende life sciences-instituut, om toegang te krijgen tot deals van het gerenommeerde onderzoekscentrum dat meerdere succesvolle biotechbedrijven, zoals Ablynx, heeft voortgebracht.

Uitbreiding team

V-Bio Ventures breidt zijn team uit van zeven naar negen ervaren investeringsprofessionals met een wetenschappelijke achtergrond en een schat aan ervaring van biotechbedrijven en investeringsfondsen. Shelley Margetson treedt toe tot het fonds als Managing Partner en brengt haar expertise in als senior executive in meerdere Europese biotechnologiebedrijven, waaronder het aan de Nasdaq genoteerde Merus (MRUS). Naast de uitbreiding van het team wordt Ward Capoen, die sinds de start van het eerste fonds bij V-Bio Ventures werkt, gepromoveerd tot Partner.

Bewezen strategie verderzetten

Recente portfoliosuccessen van V-Bio Ventures zijn onder meer Syndesi Therapeutics, dat eerder dit jaar door AbbVie werd overgenomen voor maximaal $ 1 miljard, evenals Agomab en Precirix die respectievelijk 63 miljoen en 80 miljoen EUR hebben opgehaald bij internationale investeringssyndicaten. Sinds de oprichting in 2015 heeft V-Bio Ventures geïnvesteerd in negentien bedrijven, heeft het zeven van hen mede-opgericht en heeft het geholpen acht therapieën vooruit te helpen naar klinische ontwikkeling en dichter bij patiënten.

Christina Takke en Willem Broekaert, Founding Managing Partners van V-Bio Ventures: “We zijn zeer verheugd het vertrouwen te hebben gekregen van zowel bestaande als nieuwe investeerders en kijken ernaar uit om onze bewezen strategie voort te zetten om vroeg te investeren in nieuwe of jonge ondernemingen op basis van uitstekende wetenschap en om hun managementteams te ondersteunen bij de initiële waardecreërende mijlpalen.”