De zogenaamde SMOTspots (Skin-Matters-Over-Tan) zijn slimme zonnecrème dispensers die ingezet worden om de bevolking te sensibiliseren inzake huidkanker preventie. Het is namelijk zo dat 1 op 5 Belgen een vorm van huidkanker ontwikkelt voor hun 75ste. Om hier iets aan te doen ontwikkelde Leysen zijn SMOTspot. Volgens Leysen zelf gaat het om een wereldwijde primeur. Hij lanceerde zijn opmerkelijke ondernemersinitiatief in het voorjaar van 2021.

Inmiddels hebben divers steden het aanbod al in huis gehaald. Onder hen Hasselt, Deinze, Eeklo, Roeselare en Oostende. “Het is de taak van een stad om onder meer aan preventieve gezondheidszorg te doen”, vindt Leysen. “Naast de steden zijn er ook sportclubs, zwembaden (alle LAGO zwembaden bijvoorbeeld), events en bedrijven die inzetten op huidkanker preventie en dus de slimme smeerpalen in huis hebben gehaald.”

De toestellen geven op het scherm weer wat de UV-index is op die specifieke plaats en hoe vaak men moet smeren die dag. Daarnaast meten ze ook tal van weersomstandigheden en het verbruik, om zo een beter inzicht te krijgen in het smeergedrag van de Belgen zodat er in de toekomst beter en nog gerichter kan worden gesensibiliseerd.

Peter Walleghem bouwde een carrière uit in de ICT, die bijna dertig jaar overspant. Bij Global One zette de man de eerste stappen in de business. Vervolgens ging hij aan de slag bij Proximus waar hij het schopte tot vicepresident sales voor de carrierdiensten.

Na een passage bij Traff-X werd Walleghem als CEO binnengehaald bij Altavia Benelux. Ongeveer 6 jaar later maakte hij de overstap naar Trialpanel. Daar was hij Chief Commercial Officer.

Een zevental jaren geleden werd de man CEO bij D&M Depot en een jaar later bij Brand Buddies. Iets minder dan 4 jaar geleden werd hij directeur Strategie en Innovatie bij Wolters Kluwer.

Bij Tobania vervult hij de rol van directeur Business Unit.

De afgelopen jaren plaatste de stad al zonnepanelen op verschillende stadsgebouwen en ook heel wat particuliere Mechelaars investeerden in zonne-energie. Het lokaal bestuur en Klimaan willen nu ook bedrijven aansporen om te kiezen voor duurzame energie. Ze starten samen het project Zonnewijzer.Biz.

“Het is een campagne om bedrijven en andere organisaties bij te staan bij de plaatsing van zonnepanelen. Het gaat onder meer om advies op maat en coördinatie bij de plaatsing”, zegt Steven Laurijssen van Klimaan.

Klimaatneutraal

“Iedereen is ondertussen overtuigd van de voordelen en de kansen van zonne-energie”, zegt schepen van Klimaat en Duurzaamheid Patrick Princen (Vld-Groen-m+). “Met dit project nemen we de drempels weg die organisaties ervan weerhouden om aan de slag te gaan. Met deze stimulans kunnen we niet alleen onze ambities om klimaatneutraal te worden ondersteunen, we zorgen er ook voor dat de zware energiefacturen van onze ondernemingen, organisaties en particulieren naar omlaag kunnen.”

Uit cijfers van de netbeheerders blijkt dat Mechelen vorig jaar de op één na hoogste stijging van zonne-vermogen realiseerde. “Het gaat om ruim 7 MW of zo’n 83 W per Mechelaar”, aldus Princen. “In totaal zitten we daarmee aan een vermogen van bijna 400W groene stroom per inwoner. Omdat we ook de opties van het energiedelen bekijken, zijn we er van overtuigde dat we deze stroomversnelling ook de volgende jaren kunnen aanhouden.”

www.zonnewijzer.be

Jurgen De Wever is al 15 jaar aan de slag als freelance webbouwer. Hij vertelt hoe dit hele verhaal begon: “De crypto space en alles wat er rond hangt intrigeert me al een paar jaar enorm. Niet in het minst omwille van het feit dat er bij momenten een extreme – meestal onverklaarbare – hype kan ontstaan rond één of ander project. Zo ook rond NFT kunstwerken: sommige van die digitale plaatjes werden de voorbije maanden verkocht voor honderdduizenden tot zelfs miljoenen euro … Compleet van de pot gerukte waanzin. Anders kan je het niet omschrijven.”

Uit de hand gelopen experiment

De Manneke ZOT collectie was een ludiek probeersel, zonder enig doel. Jurgen wilde achterhalen hoe je zoiets zelf kon kon maken en na het bekijken van een paar Youtube filmpjes en wat klooien met Photoshop was hij in zijn opzet geslaagd. Hij zette zijn creaties vervolgens te koop op Opensea.io voor een paar euro per stuk, maar daarmee was de kous af. “Ik had weer iets bijgeleerd, klaar”, aldus Jurgen.

Beide agencies merken dat er bij adverteerders veel vragen zijn omtrent data in advertising, en wie nu juist allemaal ownership heeft. De adverteerders zelf? Big tech? En zijn de waardevolle inzichten die je haalt uit die data écht te graai voor de hoogste bieder?

Nu komt er een whitepaper uit hun koker waarin ze hun expertise bundelen over data-driven marketing, wat niet helemaal onverwacht komt. MultiMinds verkent en vindt continu manieren om privacyvriendelijke first-party data ten volle te benutten. Oplossingen die AdSomeNoise dan gebruikt in haar digitale communicatiecampagnes.

In de whitepaper komen onderwerpen aan bod als Big Tech en 3rd party cookies, maar het is bovenal een praktisch pleidooi om te investeren in een future-proof en duurzame datastrategie. Op 28 april organiseren AdSomeNoise en MultiMinds bovendien een webinar waarbij er concrete succesverhalen worden uitgediept van adverteerders die al investeerden in een future-proof datastrategie. De ideale gelegenheid dus om vanop de eerste rij geïnspireerd te worden hoe jij je marketing een frisse wind inblaast.

De gratis whitepaper en meer info over de webinar vindt u hier: https://whendatameetsmarketing.be

De opdracht zal begin 2023 voltooid zijn. De klant zal twee punten van het bestaande Eurofiber-netwerk met elkaar verbinden en zo een nieuwe, 120 kilometer lange glasvezelring creëren ten behoeve van de driehoek Brussel-Gent-Antwerpen, het economische hart van België.

De nieuwe ring levert capaciteit via een complete 144-vezelkabel die door vijf grote Belgische bedrijfsterreinen loopt. De ring zal ook drie datacentra met elkaar verbinden: LCL West in Aalst, Interxion Digital Realty BRU4 in Zaventem in het oosten en een nieuwe EdgeConnex-faciliteit in Ternat.

“Deze nieuwe uitbreiding toont aan dat Eurofiber snel verandert van een nationale aanbieder in een pan-Europese speler, zowel organisch als niet-organisch”, zegt Rhoderick van der Wyck, Managing Director International Business bij Eurofiber.

“De digitale transformatie in België gaat steeds sneller, vooral doordat toonaangevende bedrijven kwalitatief hoogwaardige nieuwe glasvezelroutes nodig hebben om hun lokale prestaties te verbeteren en hun ecosystemen uit te breiden naar gebieden die nog niet op het netwerk waren aangesloten.”

Het Nationaal Groeifonds, zo heet het spaarpotje waar de Hollanders bijna een miljard euro willen uithalen om de kansen te vergroten voor het binnenhalen van dit project. Concreet wordt er 42 miljoen vrijgemaakt voor de voorbereidingen en moet 870 miljoen dienen om de ondergrondse detector (200 tot 300 meter onder de grond) te bouwen. De ministerraad in Nederland steunt hiermee de kandidatuur om het wetenschappelijke megaproject naar hier te halen. In 2025 zal worden beslist of de ondergrondse telescoop uiteindelijk in Sardinië, dan wel op de grens tussen Belgisch Limburg, Nederland en Duitsland zal te vinden zijn. In 2035 moet het centrum opengaan en zullen de eerste waarnemingen gebeuren.

Ook in België, niet in het minst de Limburgse gouverneur Jos Lantmeeters, wordt sterk aangedrongen om te lobbyen voor dit dossier. Er zijn niet alleen honderden nieuwe jobs voor hoogopgeleiden mee gemoeid, het stelt ook lokale ondernemingen in staat om een aanzienlijk stuk van de investeringen (2 miljard euro) vanop eigen bodem aan te bieden.

Zien wat het wordt…

Op diverse plaatsen in de gemeente staan kasten of zelfs huisjes als kruis-, verdeel- of vertrekpunt van nutsleidingen. Dergelijke ‘pops’ zijn ook voor het glasvezelnetwerk van Fiberklaar nodig. Voor Aartselaar vertrekt ook het ganse netwerk vanuit dergelijke nutshuisjes die volgens het bestuur het best vergelijkbaar zijn met tuinhuisjes.

Technici van Fiberklaar berekenden dat hiervoor twee locaties in het centrum nodig zijn. Na het bekijken van meerdere potentiële plaatsen werd in onderling overleg met het schepencollege beslist die te plaatsen in de Lijsterlaan en het Swaeneleike. Het gaat in beide gevallen om een stuk openbaar domein dat niet echt wordt benut.

Volgens schepen Bart Lambrecht (N-VA) beloofde de nutsmaatschappij op zijn verzoek niet gewoon de zoveelste saaie nutskast te zetten. “Beide pops zullen versierd worden met graffiti van een lokale kunstenaar. Er worden meerdere ontwerpen gemaakt waaruit de buurtbewoners mee mogen kiezen. Op die manier krijgt hun omgeving er een mooie aanwinst bij die door Fiberklaar zal worden betaald.”

Extra inkomsten

Het schepencollege besliste om de twee locaties op openbaar domein niet in erfpacht of opstal te geven, maar kadastraal af te splitsen en te verkopen. “Op die manier krijgen we extra geld in onze gemeentekas. Voor het Swaeneleike gaat het om vijfduizend euro en voor de Lijsterlaan om 7500 euro. Ook alle kosten verbonden aan de verkoop zijn ten laste van Fiberklaar.”

Speeltuin kleiner

Zowel Kris Wils als Rudy Siebens van oppositiepartij NAP betreuren dat in een van de twee gevallen hiervoor een stukje speeltuin wordt opgeofferd. Ze vragen zich ook af of nog meer restgrond in de gemeente zal verkocht worden. Lambrecht zegt dat op die plaats alleen maar struikgewas tiert en geen speeltuig opgesteld staat.

Het voorstel van het schepencollege werd uiteindelijk unaniem door de gemeenteraadsleden goedgekeurd. Omdat het deel van de beoogde terreinen nog moet droog gelegd worden zal het nog tot juni duren vooraleer de pops kunnen worden geplaatst.

“Het start-up-ecosysteem in New York groeit snel en de techsector vertegenwoordigt er meer dan 147 miljard dollar. Hiermee staat New York in de top 3 van beste techomgevingen ter wereld. New York is voor Vlaamse scale-ups dus de perfecte uitvalsbasis om de Noord-Amerikaanse markt te veroveren en Amerikaans investeringskapitaal op te halen”, zegt Sven De Vocht.

Ook de Antwerpse softwareontwikkelaar Twikit trok richting de VS, waar hij intussen verschillende klanten heeft. “Amerikanen doen op een heel andere manier zaken”, zeggen Gijs Hoppenbrouwers en Martijn Joris, de oprichters van Twikit. “In België duurt een eerste salesmeeting om een product uit te leggen minstens een uur. In de VS krijg je hooguit enkele minuten en praat je niet over een product maar over ‘value’ of meerwaarde. In het begin oefenden wij onze verkoopspitch wel tien keer per dag tegenover kennissen, collega’s, klanten, coaches, … Met hun feedback verfijnden we telkens de woorden en argumenten om tot een uitgepuurde versie te komen die blijft hangen.”

“Als je wil leren hoe je met een Amerikaan zaken doet, vergeet dan even alles wat je denkt te weten over de Amerikaanse cultuur. Vertrek met een open geest naar ginder en zorg ervoor dat je een echte Amerikaanse coach hebt. Na een uurtje sparren begin je te beseffen dat je in een andere cultuur bent terechtgekomen met hele andere gewoontes en denkwijze.”

Nieuw traject

Onderzoek leert dat toegang tot de internationale markt, nood aan kapitaal en het vinden van talent de drie grootste hinderpalen zijn voor scale-ups. Sven De Vocht: “Met Voka Tech@venture-New York spelen we hierop in. We hebben een heel traject uitgestippeld waarin we in groep thema’s zoals verkopen in de VS, marktrijp maken van je product en jouw verkoopspitch behandelen. Dat combineren we met individuele sessies waarbij de deelnemers een concreet actieplan moeten opstellen. En dan volgt het hoogtepunt van het traject met een vijfdaags werkbezoek aan New York, met verschillende workshops, een pitchavond voor investeerders, een-op-eenmeetings met potentiële klanten, partners, investeerders, etc.”

New York is de eerste hotspot van Voka Tech@venture. In het najaar van 2022 volgen de hotspots München en Tel Aviv en in 2023 Parijs en Amsterdam. Dit programma loopt in samenwerking met het Vlaams Agentschap Innoveren & Ondernemen.

Meer info over dit traject vind je op deze webpagina.

“De techsector in New York vertegenwoordigt al meer dan 147 miljard dollar”, gaat De Vocht verder. “Hiermee staat New York in de top drie van beste techomgevingen ter wereld. New York is voor Vlaamse scale-ups dus de perfecte uitvalsbasis om de Noord-Amerikaanse markt te veroveren en Amerikaans investeringskapitaal op te halen.”

Zakendoen in de VS

Ook de Antwerpse softwareontwikkelaar Twikit trok richting de VS, en dat was voor oprichters Gijs Hoppenbrouwers en Martijn Joris even wennen. “Amerikanen doen op een heel andere manier zaken. In België duurt een eerste salesmeeting om een product uit te leggen minstens een uur. In de VS krijg je hooguit enkele minuten en praat je niet over een product maar over ‘value’ of meerwaarde. Als je wil leren hoe je met een Amerikaan zaken doet, vergeet dan even alles wat je denkt te weten over de Amerikaanse cultuur.”

Vijfdaags werkbezoek

Voka stippelde voor deze editie een heel traject uit. “We behandelen eerst in groep verschillende thema’s, zoals verkopen in de VS, het marktrijp maken van een product en een goede verkoopspitch opstellen”, zegt De Vocht. “Dat combineren we met individuele sessies waarbij de deelnemers een concreet actieplan opstellen. En dan volgt het hoogtepunt van het traject: een vijfdaags werkbezoek aan New York met verschillende workshops, een pitchavond voor investeerders en meetings met potentiële klanten en partners.”

New York is de eerste hotspot van Voka Tech@venture. In het najaar van 2022 volgen de hotspots München en Tel Aviv en in 2023 Parijs en Amsterdam. Het programma loopt in samenwerking met het Vlaams Agentschap Innoveren & Ondernemen. Geïnteresseerden vinden alle informatie over het initiatief op de website van Voka.