De zogenaamde SMOTspots (Skin-Matters-Over-Tan) zijn slimme zonnecrème dispensers die ingezet worden om de bevolking te sensibiliseren inzake huidkanker preventie. Het is namelijk zo dat 1 op 5 Belgen een vorm van huidkanker ontwikkelt voor hun 75ste. Om hier iets aan te doen ontwikkelde Leysen zijn SMOTspot. Volgens Leysen zelf gaat het om een wereldwijde primeur. Hij lanceerde zijn opmerkelijke ondernemersinitiatief in het voorjaar van 2021.

Inmiddels hebben divers steden het aanbod al in huis gehaald. Onder hen Hasselt, Deinze, Eeklo, Roeselare en Oostende. “Het is de taak van een stad om onder meer aan preventieve gezondheidszorg te doen”, vindt Leysen. “Naast de steden zijn er ook sportclubs, zwembaden (alle LAGO zwembaden bijvoorbeeld), events en bedrijven die inzetten op huidkanker preventie en dus de slimme smeerpalen in huis hebben gehaald.”

De toestellen geven op het scherm weer wat de UV-index is op die specifieke plaats en hoe vaak men moet smeren die dag. Daarnaast meten ze ook tal van weersomstandigheden en het verbruik, om zo een beter inzicht te krijgen in het smeergedrag van de Belgen zodat er in de toekomst beter en nog gerichter kan worden gesensibiliseerd.

De afgelopen jaren plaatste de stad al zonnepanelen op verschillende stadsgebouwen en ook heel wat particuliere Mechelaars investeerden in zonne-energie. Het lokaal bestuur en Klimaan willen nu ook bedrijven aansporen om te kiezen voor duurzame energie. Ze starten samen het project Zonnewijzer.Biz.

“Het is een campagne om bedrijven en andere organisaties bij te staan bij de plaatsing van zonnepanelen. Het gaat onder meer om advies op maat en coördinatie bij de plaatsing”, zegt Steven Laurijssen van Klimaan.

Klimaatneutraal

“Iedereen is ondertussen overtuigd van de voordelen en de kansen van zonne-energie”, zegt schepen van Klimaat en Duurzaamheid Patrick Princen (Vld-Groen-m+). “Met dit project nemen we de drempels weg die organisaties ervan weerhouden om aan de slag te gaan. Met deze stimulans kunnen we niet alleen onze ambities om klimaatneutraal te worden ondersteunen, we zorgen er ook voor dat de zware energiefacturen van onze ondernemingen, organisaties en particulieren naar omlaag kunnen.”

Uit cijfers van de netbeheerders blijkt dat Mechelen vorig jaar de op één na hoogste stijging van zonne-vermogen realiseerde. “Het gaat om ruim 7 MW of zo’n 83 W per Mechelaar”, aldus Princen. “In totaal zitten we daarmee aan een vermogen van bijna 400W groene stroom per inwoner. Omdat we ook de opties van het energiedelen bekijken, zijn we er van overtuigde dat we deze stroomversnelling ook de volgende jaren kunnen aanhouden.”

www.zonnewijzer.be

De betalingstermijnen van de overheid en van bedrijven aan andere bedrijven zijn sinds 1 februari dit jaar strakker omlijnd. Zo bepaalde de wetgever dat de betalingstermijn van ondernemingen niet langer dan zestig dagen mag zijn. De maatregel moet ondernemingen beschermen tegen grote spelers.

Vanaf het tweede kwartaal van 2021 wordt systematisch meer dan 70 procent van de facturen die onze Belgische bedrijven aan andere bedrijven of aan de overheid overmaken binnen de afgesproken termijnen betaald, stelt Eric Van den Broele van Graydon. Dat is voor het eerst sinds het kantoor metingen uitvoert. “Toch werden eind 2021 nog steeds één op de tien facturen minstens negentig dagen na vervaldatum en in sommige gevallen helemaal niet gehonoreerd”, zegt hij.

Slechte betalers

“In het betaalgedrag van onze overheden zijn er echter grote verschillen”, vult Danny Van Assche aan, gedelegeerd bestuurder van Unizo, aan. Hij wijst erop dat de federale overheid na een aantal zwakke jaren met veel schommelingen terug op een hoger, gelijkmatig niveau zit. Eind 2021 werd 74 procent van de toegestuurde facturen binnen de afgesproken termijn betaald.

De Duitstalige en Waalse Gemeenschap betalen nagenoeg perfect. De Brusselse ministeries (6,31 op 10) en de Vlaamse Gemeenschap (5,28 op 10) zijn slechte betalers. Ook bij de lokale besturen is nog werk aan de winkel, zo blijkt. Vooral de Vlaamse centrumsteden Brugge, Oostende en Mechelen scoren erg zwak.

“De hoge energie- en grondstofprijzen leggen samen met de hoge loonkost druk op de ondernemers”, besluit Van Assche. “Tijdens de coronacrisis hebben de overheden extra inspanningen gedaan om hun facturen tijdig te betalen en hebben ze bewezen dat het kan. Onder de huidige omstandigheden vragen we om hier aandacht aan te blijven schenken. De kmo’s hebben meer dan ooit nood aan vlotte betalingen.”

Toen autodeelorganisatie Cambio in 2006 in de Dijlestad van start ging, telde het enkele tientallen gebruikers. Vandaag zijn dat er zo’n tweeduizend. Verspreid over veertig staanplaatsen en zones telt het wagenpark honderd auto’s. In 2,5 jaar verdubbelde het aantal deelauto’s in Mechelen.

Het systeem werkt duurzame verplaatsingen in de hand en zorgt voor minder auto’s op het openbaar domein. Het gebruiksgemak waarmee je een wagen kunt openen en telefonische bijstand de klok rond zijn incentives om de stap te zetten.

“Voor veel gezinnen kan het ook een goedkopere oplossing zijn. Een eigen wagen kost een gemiddeld gezin toch al snel 5.000 euro per jaar”, zegt schepen Vanmarcke (Vld-Groen-m+).

Geen instapkosten

Voor elk nieuw lid betaalt de stad nog altijd de instapkosten van 35 euro terug. De stad Mechelen zet er ook op in om de helft van de deelauto’s elektrisch te maken. Voor de eerste rit met zo’n wagen is er een tegemoetkoming van tien euro. “Nu we opnieuw meer mensen kunnen ontmoeten, gaan ook de info- en testsessies weer van start”, vertelt Vicky Vanmarcke.

Op die manier wil de drempel voor elektrisch rijden nog verlagen. De eerste sessie vindt plaats op woensdag 27 april om 19.30u in ’t Hof van Bysonder, de tweede op donderdag 9 juni om 19.30u in het dorpshuis van Hombeek. Inschrijven kan online.

https://klimaatneutraal.mechelen.be/

Op diverse plaatsen in de gemeente staan kasten of zelfs huisjes als kruis-, verdeel- of vertrekpunt van nutsleidingen. Dergelijke ‘pops’ zijn ook voor het glasvezelnetwerk van Fiberklaar nodig. Voor Aartselaar vertrekt ook het ganse netwerk vanuit dergelijke nutshuisjes die volgens het bestuur het best vergelijkbaar zijn met tuinhuisjes.

Technici van Fiberklaar berekenden dat hiervoor twee locaties in het centrum nodig zijn. Na het bekijken van meerdere potentiële plaatsen werd in onderling overleg met het schepencollege beslist die te plaatsen in de Lijsterlaan en het Swaeneleike. Het gaat in beide gevallen om een stuk openbaar domein dat niet echt wordt benut.

Volgens schepen Bart Lambrecht (N-VA) beloofde de nutsmaatschappij op zijn verzoek niet gewoon de zoveelste saaie nutskast te zetten. “Beide pops zullen versierd worden met graffiti van een lokale kunstenaar. Er worden meerdere ontwerpen gemaakt waaruit de buurtbewoners mee mogen kiezen. Op die manier krijgt hun omgeving er een mooie aanwinst bij die door Fiberklaar zal worden betaald.”

Extra inkomsten

Het schepencollege besliste om de twee locaties op openbaar domein niet in erfpacht of opstal te geven, maar kadastraal af te splitsen en te verkopen. “Op die manier krijgen we extra geld in onze gemeentekas. Voor het Swaeneleike gaat het om vijfduizend euro en voor de Lijsterlaan om 7500 euro. Ook alle kosten verbonden aan de verkoop zijn ten laste van Fiberklaar.”

Speeltuin kleiner

Zowel Kris Wils als Rudy Siebens van oppositiepartij NAP betreuren dat in een van de twee gevallen hiervoor een stukje speeltuin wordt opgeofferd. Ze vragen zich ook af of nog meer restgrond in de gemeente zal verkocht worden. Lambrecht zegt dat op die plaats alleen maar struikgewas tiert en geen speeltuig opgesteld staat.

Het voorstel van het schepencollege werd uiteindelijk unaniem door de gemeenteraadsleden goedgekeurd. Omdat het deel van de beoogde terreinen nog moet droog gelegd worden zal het nog tot juni duren vooraleer de pops kunnen worden geplaatst.

De SERV voerde de steekproef uit bij duizend ondernemingen en organisaties, verspreid over de industrie, diensten, bouw, overheid, onderwijs en social profit. Hoe goed een onderneming de coronacrisis doorstond, hangt vooral af van de grootte, de sector en de vraagtoename, zo blijkt.

Alles samen gaf zeven op de tien ondernemingen aan dat ze de coronacrisis goed hebben doorstaan. Bij de grote ondernemingen is dat acht op de tien, tegenover slechts twee derde bij de kleine ondernemingen. Vooral de industrie en de niet-commerciële sector brachten het er goed vanaf.

Aanpassingen

De meeste bedrijven leverden ook extra inspanningen om de gevolgen van de crisis op te vangen. Ruim de helft van de ondernemingen paste hun werkorganisatie aan, meer dan vier op de tien zetten in op digitalisering van werkprocessen. Ook pasten ruim vier op de tien het takenpakket van werknemers aan en vroegen ze een premie om omzetverliezen te compenseren.

En die inspanningen bleven niet zonder resultaat. Volgens SERV-voorzitter Hans Maertens bevestigt het onderzoek dat een grote groep ondernemingen de crisis relatief goed heeft doorstaan. “Maar dat heeft hen wel veel inspanningen gekost”, voegt hij toe. “Ondernemingen hadden ook veel factoren zelf niet in handen en moesten roeien met de riemen die ze hadden. De oorlog in Oekraïne daagt hen nu jammer genoeg opnieuw uit.”

Het Vlaams Landbouw- en Investeringsfonds (VLIF) is en blijft belangrijk voor de ondersteuning van investeringen op een land- of tuinbouwbedrijf. Dat blijkt uit het nieuwe jaarrapport 2021.

In totaal werden vorig jaar voor 654 miljoen euro investeringen vooropgesteld, waarvoor er 123 miljoen euro steun werd uitgetrokken. Meer dan drie kwart van de verleende steun ging naar investeringen die in hoge mate bijdragen aan de verduurzaming van de productie. Jonge landbouwers vinden ook hun weg naar de steun. Vorig jaar werden 170 aanvragen voor opstartsteun voor jonge landbouwers goedgekeurd. Het hoogste aantal sinds 2015. Vorig jaar hervormde Vlaams minister van Landbouw en Voeding Hilde Crevits een aantal van de steunmaatregelen met extra aandacht voor de zogenaamde niet-productieve investeringen in het belang van milieu, biodiversiteit, waterberging en het landschap.

Koploper met straat voorsprong

Er werd in 2021 in totaal over 7.617 geselecteerde investeringen een beslissing genomen. 91,6% van de investeringen kreeg een gunstige beslissing. Uit de data valt af te leiden dat 40% van alle toegekende steun bestemd was voor landbouwbedrijven in de provincie West-Vlaanderen. Op de tweede plaats volgt de provincie Antwerpen met 26%. Qua aantal goedgekeurde investeringen is West-Vlaanderen eveneens koploper met 45% van het totale aantal.

De daling van het aantal bedrijven is vooral zichtbaar bij de veehouders. Bij de varkensboeren ging het aantal bedrijven tussen 2005 en 2020 van 6.451 naar 3.530 (-47 procent). Bij de bedrijven met runderen werd in dezelfde periode een daling opgetekend van 18.237 naar 9.899 (-46 procent). Bij de pluimveehouders ten slotte ging het van 1.248 naar 858 (-31 procent).

De overblijvende bedrijven worden wel steeds groter. Zo waren er in 2005 gemiddeld 87 runderen per bedrijf, in 2020 was dat 154 (+77 procent).

Stikstofakkoord

“Kleine familiale bedrijven moeten meer en meer plaats ruimen voor alsmaar grotere spelers”, reageert Vlaams parlementslid Stefaan Sintobin. Hij vreest dat met het Vlaamse stikstofakkoord nog meer familiebedrijven zullen verdwijnen in de veeteelt.

LEES OOK. “Aan dit tempo is er over dertig jaar geen landbouw meer”

Het stikstofakkoord houdt onder meer in dat een 40-tal rode bedrijven die bijzonder veel stikstof uitstoten – de zogenaamde piekbelasters – tegen 2025 moeten sluiten. Zij krijgen daar wel een vergoeding voor. Daarnaast krijgen zowat 120 donkeroranje veeteeltbedrijven de kans om vrijwillig te stoppen tegen 2026.

“Voor velen zullen de grote investeringen die gevraagd worden op vlak van stikstofuitstoot gewoonweg niet haalbaar zijn, waardoor de familiale veeteelt helemaal dreigt te verdwijnen”, besluit Sintobin.

“Autodelen wordt verder uitgebreid en gepromoot. Ook in de woonwijken buiten het centrum worden deelauto’s geplaatst. In nieuwe woonprojecten wordt in overleg met de ontwikkelaar autodelen voorzien. Deelauto’s mogen overal gratis parkeren.” De intenties van het Turnhoutse stadsbestuur waren aan het begin van deze legislatuur duidelijk. De meerderheid wou meer inwoners auto’s met elkaar laten delen.

In Turnhout zijn twee aanbieders van autodelen actief. Cozycar begeleidt inwoners die een eigen auto met elkaar delen. Cambio zorgt zelf voor wagens en werkt met een maandelijks abonnement, een uurprijs en een kilometerprijs. “We hebben samen met de gebruikers van Cambio en met de Warande een extra deelauto en standplaats gevraagd”, zegt schepen voor Mobiliteit Marc Boogers (Groen). “Zo komen we aan acht Cambiowagens in Turnhout. Deze nieuwe krijgt zijn vaste standplaats in de Gemeentestraat.”

Duizenden euro’s besparen

Schepen Boogers somt graag de voordelen van autodelen op. “Het geeft extra zuurstof aan je buurt. Een Cambiowagen vervangt tot veertien privéauto’s. Bovendien bespaar je heel wat kosten en is het gemakkelijk en zorgeloos. Je gebruikt de wagen namelijk alleen als je hem nodig hebt.” Een gedeelde auto zal soms niet beschikbaar zijn. Maar daartegenover staat een jaarlijkse besparing van 1.000 tot 3.000 euro.

Volgens de gespecialiseerde website Autodelen.net, dat tien aanbieders in heel België in kaart brengt, telt Turnhout al zeventien autodeelopties. Daar is meer dan in de rest van de Kempen samen, met drie plekken in Hulshout, twee in Balen, Hoogstraten en Merksplas en één in Arendonk, Geel, Herentals, Lille en Mol.

Zesde plaats

In vergelijking met andere steden doet Turnhout het eveneens goed. De zeventien Turnhoutse plekken zijn er duidelijk meer dan Beveren (zes), Vilvoorde (ook zes), Dendermonde (vier) en Heist-op-den-Berg (één), steden die vergelijkbaar zijn wat inwonersaantallen betreft.

Ook bij de centrumsteden hoort Turnhout tot de betere leerlingen van de klas. Hoewel ze de kleinste van de dertien is, staat ze met één locatie per 2.700 inwoners toch op een zesde plaats, met ruime voorsprong op grotere steden zoals Aalst, Kortrijk, Roeselare en Hasselt.

Cambio telt in Turnhout meer dan tweehonderd leden. “Die zorgden vorig jaar voor bijna 2.800 ritten, gemiddeld net meer dan één rit per auto per dag”, rekende schepen Boogers uit. “Zonder corona was dat wellicht nog een pak meer geweest.”

Overgang naar elektrisch

Oppositiepartij Vlaams Belang stemde in de gemeenteraad wel tegen de komst van de achtste Cambiowagen in Turnhout. “Autodelen kan zeker een meerwaarde zijn voor de mobiliteit”, vond fractieleider Reccino Van Lommel. “Maar de hogere overheid moedigt elektrisch rijden aan terwijl de stad koos voor een verbrandingsmotor. Als je zelf het goede voorbeeld niet geeft, ben je verkeerd bezig.”

Het schepencollege begreep de bezorgdheid. “In de toekomst willen we samen met Cambio inzetten op de overgang naar elektrisch modellen”, klinkt het. “Bij nieuwbouwprojecten bekijken we de mogelijkheden voor deelauto’s samen met de ontwikkelaar. Dat deden we bijvoorbeeld al met ION in de inbreidingswijk Niefhout.”

Yucopia creëerde een software waarmee overheden, federaties en lokale besturen via een centraal dashboard leveranciers, aankopen en bijhorende administratie over alle departementen heen kunnen centraliseren. Een soort Bol.com van raamcontracten.

Om aankopen vlot te laten verlopen, werkt Yucopia met een slimme virtuele aankoopassistent: Laura. Zij trekt tijdig aan de alarmbel wanneer de voorraad op is of budgetlimieten worden overschreden worden. Laura plaatst bovendien uit eigen beweging een bestelling wanneer een bepaalde voorraad uitgeput raakt.

Ecologisch

“Het gaat om een uniek concept dat ons heel wat verder helpt”, zegt Eric Laga, Algemeen Directeur van Stad Mechelen. “We kunnen een slimme stock bijhouden waarbij artikelen die uit die stock worden gehaald, automatisch worden bijbesteld wanneer een bepaald minimum wordt overschreden. Het volledige systeem zal ons niet alleen enkele duizenden euro’s per jaar uitsparen, maar het zorgt ook voor de verkleining van onze ecologische voetafdruk.”

Want ook de leveringen zelf worden op een slimme manier geregeld. Zo combineert Yucopia bestellingen bij de verschillende leveranciers om ritten uit te sparen.

“Sinds de lancering in het najaar van 2019 zijn al heel wat kmo’s op de kar gesprongen: meer dan 3.500 om precies te zijn”, zegt Olivier Glorieux, zaakvoerder van Yucopia. “Maar ook voor publieke instellingen, steden en gemeenten maken wij een verschil. Dat zij nu ook de weg vinden naar ons platform doet enorm plezier.”

Stad Mechelen gaat een samenwerking van 10 jaar aan. Dat is ook meteen het langste partnership dat Yucopia onderschrijft sinds haar oprichting.