Dag Jan, hoe kijk jij terug op afgelopen jaar?

“Het is een klassiek antwoord: met heel dubbele gevoelens. Niemand wist vorig jaar in maart hoe vandaag er precies zou uitzien. Een jaar geleden geloofden we meer in een snelle oplossing. Dat leerde mij als ondernemer dat je je moet laten versterken door zekerheden.

Ik herinner dat we na de eerste lockdown dachten: ‘het zal nog even moeilijk zijn, maar we gaan mee met de stroom.’ Er werden nieuwe dingen in de markt gezet omwille van ‘het nieuwe normaal’ en onze groep ging hierin mee. Achteraf bleek het naïef te zijn. Even later moesten we opnieuw sluiten, terwijl de initiatieven niet goed uitgetest waren. Dit vergrootte zelfs de schade en de kosten, achteraf gezien.”

Heb je daar dan spijt van?

“Of we niet hadden moeten meedoen, laat ik in het midden. Abrupt moeten stoppen was gewoon jammer. In de E10-Hoeve in Brecht en in Den Eyck in Kasterlee lanceerden we nieuwe concepten om ons publiek te verjongen. We voelden wel dat dit aansloeg, maar het was van te korte duur. Nu is het effect weg, het was te pril om standvastig te zijn. Maar we houden wel het idee over dat dit kan aanslaan.

Ik vergelijk het met een kudde die op je komt aflopen: soms is het beter om even opzij te gaan, en ze te laten passeren. Maar dat is voortschrijdend inzicht.”

Zullen er nieuwe tendenzen opduiken in de toekomst, denk je?

“Het is onvoorspelbaar om dit precies in te schatten, maar ik vermoed dat er zaken zich gaandeweg zullen ontwikkelen. Er zullen ook ‘nieuwe normalen’ ontstaan. De kern ervan is, volgens mijn verwachting, dat mensen back-to-basic gaan. Mensen zijn het gewend geraakt om buiten en in de natuur te vertoeven, het klimaat wordt meer in acht genomen, en mensen kiezen vaker voor no-nonsense-ontmoetingen.

Take-away is vandaag ‘hot’, en dat zal volgens mij wel een stuk teruglopen. Maar de markt van foodboxen met voorbereide gerechten en kant-en-klare recepturen zal wel overeind blijven. Mensen kunnen nu proeven van dit gemak en het hoeft niet te duur te zijn.

Hoe mensen in de toekomst gaan feesten, dat kunnen we moeilijk voorspellen. Volgend jaar belooft druk te worden, maar 2021 is zeker nog een overgangsjaar. Zelfs als we in september allemaal gevaccineerd zijn, zal misschien nog niet iedereen al terug naar feesten willen komen. Ook bedrijven die normaal grote feesten geven, zullen het risico nog niet nemen. Eerder komen er kleine afdelingsfeesten. En zullen we ‘feest’ zeggen of worden het eerder ontmoetingen. Zullen we opnieuw dansen, of komen er andere afleidingen die een feest uniek zullen maken? Met welke activiteit maken mensen hun feest uniek, met welke herinneringen zullen je gasten naar huis gaan? Dat zal in de toekomst veel verder gaan dan de keuze van het eten en de dj.

Onze garçons en koks waren vroeger het orkest. Vandaag zijn ze de dirigenten geworden van een totaalbeleving. Het zijn op zich wel leuke uitdagingen.”

Voel je nog andere vernieuwingen bij je klanten?

“Die vernieuwingen voel je al als mensen zich informeren. Digitalisering is niet meer weg te denken. Vandaag komt de klant wel eens naar de zaal klijken, maar het zijn geen 3 of 4 bezoeken meer zoals vroeger. Veel loopt nu digitaal.

Groep Van Eyck is hier veel mee bezig geweest, mede ook door het verplichte thuiswerk. Digitalisering bleek ineens noodzakelijk, voor de inventaris, afspraken, de agenda. Onze dikke reservatieboek van vroeger is vervangen door een digitale. We waren er ons vroeger al van bewust dat we dit eens moesten doen. De nieuwe normen hebben ons efficiënter gemaakt.”

Hoe is Groep Van Eyck met de covid-periode omgegaan?

“We hadden als Groep Van Eyck net een reorganisaite achter de rug. We waren hierdoor getraind in crisismanagement. Het verschil was dat we onze vorige crisis alleen moesten oplossen, en dat we er nu niet alleen voor staan.

Vorige zomer hebben we direct een crisisplan gemaakt, dat ver genoeg in de tijd loopt: tot in september van dit jaar. We hebben een nieuwe nullijn bepaald, maar het was geen leuke lijn. We stelden ons de vraag: gaan we voor deze lijn? Willen we dit en kunnen we dit? Zo ja, dan weten we dat als de resultaten beter zijn, dat we goed bezig zijn. Dit heeft een positieve invloed gehad op onze mensen.

De heropening na de tweede lockdown is heel conservatief ingeschat, en dan viel het resultaat uiteindelijk mee. We gaven onszelf handvaten voor 14 maanden. De meesten onder ons vonden dat lang, toen we het plan maakten, maar nu blijkt het nog niet voorbij te zijn. Maar we zijn blij dat we dit gedaan hebben, ook onze partners en bankiers hadden hier oren naar.

Dit plan hebben we van maand tot maand gepresenteerd. Geen leuk werk, hoor, hier kreeg je wel eens klamme handjes van. En toch was net dit een van de verstandigste beslissingen die we konden nemen in deze periode. Als je je als ondernemer onzeker voelt, kan je alleen geloven in je eigen zekerheiden.Ons plan zorgde hiervoor, en gaf ons houvast.”

En wat met de toekomst?

“Is het gedaan op 1 mei? Dat weten we niet. Dit is zeker geen verwijt aan de politiek of de overheid, maar vandaag kiezen we zelf onze plaats met dit crisisplan, en zo hoeven we onze mensen niet teleur te stellen.

Niets is voorspelbaar. We hebben heel veel begrip gekregen van de overheid. Onze sector is goed gesteund. Onze leveranciers – die ook in een moeilijk vaarwater zitten – hebben ook hun steentje bijgedragen. En natuurlijk onze klanten, die zalen geboekt hadden en voorschotten hadden betaald, zijn altijd begripvol gebleven.”

Hoe gaat Groep Van Eyck de toekomst in?

“We kijken vrij positief naar de toekomst. Tot heden toe hebben we weinig mensen verloren. Onze kernmensen zijn gebleven. Binnen de groep hebben we een tak die sociale maaltijden verzorg, en daar hebben we onze mensen kunnen tewerkstellen.

De sector zelf is veerkrachtig, en dat moeten we blijven. We zullen moeten ervaren wat de nieuwe klant van ons zal verwachten. Restauranttafels waar amper ruimte tussen zit? Dat zal voorbij zijn, denk ik. Gasten hebben leren wennen aan ruimte en ik denk dat we dit niet meer gaan loslaten. Dit groeien naar comfort zal iets van het nieuwe normaal worden.

Onze sector zal zich ook herpakken naar een realistische markt. Het kaf zal van het koren gescheiden worden. Ik vermoed dat de prijzen zeker niet zullen dalen, maar de kosten gaan anders zijn. Beleving zal een groter stuk van het product zijn. Gaat de klant dan meer betalen voor gerechten? De tussenmarkt van eetgelegenheden stel ik in vraag. Voor eetcafés en restaurants blijf ik wel een plek zien.”

Hebt u nog tips of een boodschap voor collega-ondernemers?
 
“Positief blijven kijken naar de toekomst en opportuniteiten blijven zoeken. En in de goede richting kijken. Wat achter ons ligt, moet je daar laten. De toekomst is de basis, en je moet blijven geloven in jezelf en je omgeving. We moeten met z’n allen naar de zon kijken.”

Hoe hebt u zelf deze periode beleefd?

“Ik heb veel meer rust gevonden. Omdat je meer tijd hebt om na te denken, kan je zaken veel beter plaatsen. Ik ben als mens veel rustiger, en tegelijk zijn er meer zorgen. Elke dag opnieuw moeten we onze teentjes in koud water steken. Maar ook dan moet je erop vertrouwen dat we met de omgeving die we hebben er het beste van kunnen maken.
Deze ervaring nemen we mee in de ontwikkeling van het nieuwe normaal. Het moet niet meer met de snelheid die we gewend waren. Door trager te gaan, kunnen we meer ontdekken.”