Het is al voor de 28ste keer dat Voka Limburg de Ondernemersprijs Herman Dessers zal uitreiken. “Met deze onderscheiding willen wij een persoon,
onderneming, organisatie, instelling, vereniging of groepering uit Limburg belonen die een uitzonderlijke prestatie heeft geleverd”, vertelt voorzitter Karin Van De Velde. “Deze prestatie kan op economisch, sociaal, cultureel of wetenschappelijk vlak gebeurd zijn, en dat ten voordele van de provincie Limburg. Op deze manier krijgt onze provincie een positieve uitstraling over de grenzen heen.” De drie genomineerden zijn:

Philippe Bodson (ASL Group)
Van vliegen een plezier maken… Het was 25 jaar geleden de droom van Philippe Bodson. Met in 2022 activiteiten in de luchtvaart, reizen, events en catering mag je gerust concluderen dat de 57-jarige Hasseltse ondernemer die droom meer dan verwezenlijkt heeft. Hij stelt vandaag in zijn verschillende businesstakken zo’n 300 mensen te werk. In 1997 hield hij zijn luchtvaartmaatschappij ASL Group boven de doopvont. 25 jaar later heeft Bodson met ASL een vloot van 45 toestellen en 120 piloten. Met de bouw van een gloednieuwe privé-terminal op de luchthaven van Luik, investeringen in twee medische vliegtoestellen én de eerste twee elektrische vliegtuigen in ons land blijft de Hasselaar ook ver buiten Limburg hoge topen scheren.

Suzy & Raymond Cretskens (Groep Cretskens)
19 lokale Carrefours in franchise, drie industriële bakkerijen, twee bouwbedrijven, interimkantoren en verschillende participaties in andere ondernemingen. Het hoeft geen betoog dat Suzy & Raymond Cretskens totaalondernemers zijn. Waar het koppel uit Dilsen-Stokkem hun eerste supermarkt kocht in 1993 in Eisden (Maasmechelen) telt de Groep Cretskens vandaag een brede waaier aan bedrijfsactiviteiten. Het zijn weloverwogen bedrijfskeuzes die goed zijn voor 700 jobs. Onder het motto “leg de lat maar wat hoger zodat je wel moet springen” zijn Suzy & Raymond Cretskens een voorbeeld van het puur en onversneden ondernemerschap in onze provincie. En nu dat ook de drie dochters meer verantwoordelijkheid krijgen binnen de Groep lijkt ook de
continuïteit op lange termijn verzekerd ten huize Cretskens.

Nadia Jansen (Group Jansen)
In 2005 nam Nadia Jansen de rol van CEO over van haar vader René, en vormde het bouwbedrijf uit Meeuwen om van een puur afwerkingsbedrijf tot een aannemersonderneming dat totaaloplossingen op maat aanbiedt. Het bleek de succesformule voor het groeiverhaal van Group Jansen. In acht vestigingen – met hoofdkantoor in Zonhoven – zijn vandaag zo’n 460 medewerkers aan de slag. Met spraakmakende projecten zoals Vaccinopolis in Antwerpen, Nike in Laakdal en het hoofdkantoor van Google in Brussel oogt het portfolio van Nadia Jansen divers en indrukwekkend. En dan spreken we nog niet over de werfcontainer van de toekomst waarmee ze veelvuldig in de pers kwam. Met twee recente overnames in Antwerpen verstevigt Group Jansen haar positie op de
markt. Het is dan ook gerechtvaardigd te stellen dat Nadia Jansen een frisse wind doet waaien binnen de Limburgse bouwsector.

Wie het wordt? Dat weten we op donderdag 2 juni tijdens het event “Onder de Sterren”, een Limburgs ondernemersgala met een exclusieve awardshow.

Na 8 jaar als CEO voor Novy te hebben gewerkt, nam Carlos Wanzeele zelf de beslissing om vanaf eind september 2022 een nieuw zakelijk pad te volgen. Via de social media kondigt hij ook al zijn opvolger aan. De keuze werd binnenskamers gemaakt. Francis Gistelinck wordt de nieuwe numero uno. Gistelinck is momenteel nog commercieel directeur bij Novy.

“Het was een genoegen en een voorrecht om een onafhankelijk Belgisch bedrijf te leiden en het bedrijf naar een periode van aanhoudende groei en transformatie te sturen”, aldus Wanzeele op het professioneel digitaal netwerk Linkd’In. “De geconsolideerde omzet groeide van 45 miljoen euro in 2014 tot meer dan 100 miljoen euro in 2021, dankzij een strategie die gericht was op productleiderschap, innovatie, een solide supply chain, state-of-the-art productie en een omni-channel marketing. Ik wil onze klanten, leveranciers en andere belanghebbenden bedanken voor hun vertrouwen en loyaliteit door de jaren heen. Last but not least dank aan het Novy-team, die ik blijvend succes wens met dit fantastische merk. Mogen ze Novy koesteren en vanuit onze fundamenten een nog sterkere groei opbouwen.”

Het BEN-gebouw, met integratie van zonnepanelen, waterrecuperatie, klimaatplafonds en modulaire/circulaire opbouw, zal een totale oppervlakte hebben van 3.464 m². Op de benedenverdieping komt een magazijn met de ruimte voor een retail lab. Op de bovenste verdiepingen komen de commerciële afdelingen, de Sarawak Academy en de back-office.

“Als bedrijf willen we meer inzetten op duurzaam ondernemen. De stap naar een gebouw dat bijna energieneutraal is, is een eerste stap en bovendien zullen alle bedrijfsauto’s die vanaf 2022 worden besteld elektrisch of hybride zijn”, aldus Guy Maindiaux, voorzitter van de Sarawak Groep. “De verhuizing naar ons nieuwe hoofdkantoor is een fantastische kans voor het bedrijf. Onze diensten zullen nu nog meer op elkaar afgestemd worden, aangezien we nu allemaal onder één dak zullen opereren.” Thierry De Rouck, algemeen directeur Sarawak Belux. Momenteel is Sarawak Belux gevestigd aan de Stationstraat in dezelfde gemeente. De logistieke afdeling is gelegen in Ternat.

“Er is ook veel ruimte om het bedrijf verder uit te breiden”, gaat Wim Wauters, Managing Director van Sarawak Belux, verder. “De toevoeging van de Sarawak Academy (aanbod verkoop-, verzorgings-, make-up- en producttrainingen) en de nieuwe logistieke ruimte zijn een echte toegevoegde waarde.” Sarawak zal na het zomerreces zijn intrek nemen in het nieuwe gebouw.

Sarawak België is het resultaat van de overname van Think and Go (Zaventem) en Promoplan (Groot-Bijgaarden) door de Sarawak Groep. Door deze overnames neemt Sarawak een rol in binnen het Belgische Field Marketing & Brand Activation segment. De onderneming is actief in verschillende marktkanalen: Consumer Electronics Goods, FMCG, Cosmetics, DIY & Travel Retail. Sarawak heeft meer dan 180 vaste medewerkers in België.

Aspiravi heeft de voorbereidende civiele werken afgerond voor de bouw van 2 nieuwe windturbines langs de E314. Deze werken houden o.a. de aanleg van toegangswegen en werkvlakken voor de kraanopstelling in. Intussen zijn de funderingswerken opgestart. Een 70-tal betonmixers zullen zo’n 600 m³ beton per windturbine aanleveren. Tot slot moet de zone rond de fundering aangevuld worden met grond en moet de ganse fundering uitharden.

De levering van de grote onderdelen van de beide windturbines (o.a. torendelen, wieken, gondel) is gepland voor begin juni waarna de eigenlijke opbouw van de windturbines zal gebeuren. Tegen eind juni wordt verwacht dat de 2 windturbines zullen opgebouwd zijn. Indien alles volgens planning verloopt, kunnen de windturbines na de zomer in dienst worden genomen. Aspiravi bouwt in Bekkevoort windturbines van het type Nordex N117 met een ashoogte van 120 meter en wieken van 58 meter.

De nieuwe windturbines worden allicht na de zomervakantie in gebruik genomen. Ze wekken stroom op voor 4.800 gezinnen.

Nadat hij zijn aandelen overliet in het familiebedrijf van zijn vader (Fineerhandel Florin), stond Jan Florin voor de keuze: en wat nu? “Eén zaak stond vast: ik wilde blijven ondernemen”, zegt Jan Florin. “Ik keek toen nog in alle richtingen en alle sectoren. Gemakkelijk was het niet. Eerst dacht ik nog aan een handel in parketvloeren, maar door toeval ben ik in de sector van de binnendeuren terecht gekomen.”

Mekranoti verhandelt nu per jaar zo’n 160.000 binnendeuren van allerlei slag. De lijst met referenties oogt breed, net als de uit stock leverbare voorraad. “Ik koos doelbewust niet voor eigen productie omdat ik mij beter in een commerciële/aan- en verkoop omgeving voel dan in een meer technische productie omgeving”, aldus Florin. “Dus prospecteerde ik de markt in binnen- en buitenland. Vandaag word ik beleverd door een verschillende leveranciers, vooral uit diverse Europese landen, maar ook uit Brazilië, Indonesië of Maleisië. Ja zelfs vanuit Oekraïne en Rusland. Momenteel is de beschikbaarheid van goederen en personeel een groot probleem, maar dat zal momenteel wel het geval zijn voor heel wat ondernemingen. De coronacrisis heeft me aangespoord om te investeren in IT en in mensen.”

Typisch groeibedrijf

Mekranoti kwam na enkele omzwervingen in het Kortrijkse, finaal terecht in Dottenijs, op pakweg tweehonderd meter van de grens met West-Vlaanderen. We schrijven 2007. “In eigen streek was er moeilijk iets te vinden en hier was er voldoende aanbod van terreinen”, zegt Jan Florin. “Die grond was bovendien tot zeker 15 procent goedkoper en je kon nog rekenen op overheidssteun per aanwerving. In 2012 werd de bedrijfsoppervlakte verdubbeld. En in 2019 vond er opnieuw een uitbreiding plaats door de bouw van een derde industriehal.”

Vandaag werkt Mekranoti met tien mensen, een gezellige mix van 6 West-Vlaamse bedienden en 4 Waalse arbeiders. De term groeibedrijf is perfect van toepassing op de kmo. Het aanbod van Mekranoti gaat naar houthandels, schrijnwerkers, deurspeciaalzaken, bouwbedrijven en interieurinrichters over heel België. “We proberen het verschil te maken door expertise, een grote voorraad (meer dan 40.000 deuren op stock), een compleet assortiment en veel enthousiasme en dit drijft ons om ‘de’ specialist in binnendeuren te zijn”, aldus nog Jan Florin.

Link met de Amazone

En van waar de niet alledaagse bedrijfsnaam komt? “Op een dag zag ik in de Kortrijkse boekhandel Theoria een boek liggen met de titel “Mekranoti, the Painted People of the Amazon“, vertelt Florin geamuseerd. “Een boek over de inheemse volkeren in het Braziliaanse Amazonegebied. Die naam sprak mij aan en niemand zal ontkennen dat het ook origineel is. Wel moet ik toegeven dat de naam soms moeilijk in de mond ligt.”

Deze online enquête wordt vier maal per jaar afgenomen aan een panel van Vlaamse bouwbedrijven. De bouwbarometer zakte in het eerste kwartaal verder weg en landt op een erg lage 98,5.

Het is al geleden van het laatste kwartaal van 2020, in volle coronacrisis, dat de conjunctuurindicator voor de bouwsector zo laag stond. In het laatste kwartaal stond de barometer nog op 99,9, net onder de gezonde grens van 100.

Op diverse plaatsen in de gemeente staan kasten of zelfs huisjes als kruis-, verdeel- of vertrekpunt van nutsleidingen. Dergelijke ‘pops’ zijn ook voor het glasvezelnetwerk van Fiberklaar nodig. Voor Aartselaar vertrekt ook het ganse netwerk vanuit dergelijke nutshuisjes die volgens het bestuur het best vergelijkbaar zijn met tuinhuisjes.

Technici van Fiberklaar berekenden dat hiervoor twee locaties in het centrum nodig zijn. Na het bekijken van meerdere potentiële plaatsen werd in onderling overleg met het schepencollege beslist die te plaatsen in de Lijsterlaan en het Swaeneleike. Het gaat in beide gevallen om een stuk openbaar domein dat niet echt wordt benut.

Volgens schepen Bart Lambrecht (N-VA) beloofde de nutsmaatschappij op zijn verzoek niet gewoon de zoveelste saaie nutskast te zetten. “Beide pops zullen versierd worden met graffiti van een lokale kunstenaar. Er worden meerdere ontwerpen gemaakt waaruit de buurtbewoners mee mogen kiezen. Op die manier krijgt hun omgeving er een mooie aanwinst bij die door Fiberklaar zal worden betaald.”

Extra inkomsten

Het schepencollege besliste om de twee locaties op openbaar domein niet in erfpacht of opstal te geven, maar kadastraal af te splitsen en te verkopen. “Op die manier krijgen we extra geld in onze gemeentekas. Voor het Swaeneleike gaat het om vijfduizend euro en voor de Lijsterlaan om 7500 euro. Ook alle kosten verbonden aan de verkoop zijn ten laste van Fiberklaar.”

Speeltuin kleiner

Zowel Kris Wils als Rudy Siebens van oppositiepartij NAP betreuren dat in een van de twee gevallen hiervoor een stukje speeltuin wordt opgeofferd. Ze vragen zich ook af of nog meer restgrond in de gemeente zal verkocht worden. Lambrecht zegt dat op die plaats alleen maar struikgewas tiert en geen speeltuig opgesteld staat.

Het voorstel van het schepencollege werd uiteindelijk unaniem door de gemeenteraadsleden goedgekeurd. Omdat het deel van de beoogde terreinen nog moet droog gelegd worden zal het nog tot juni duren vooraleer de pops kunnen worden geplaatst.

De SERV voerde de steekproef uit bij duizend ondernemingen en organisaties, verspreid over de industrie, diensten, bouw, overheid, onderwijs en social profit. Hoe goed een onderneming de coronacrisis doorstond, hangt vooral af van de grootte, de sector en de vraagtoename, zo blijkt.

Alles samen gaf zeven op de tien ondernemingen aan dat ze de coronacrisis goed hebben doorstaan. Bij de grote ondernemingen is dat acht op de tien, tegenover slechts twee derde bij de kleine ondernemingen. Vooral de industrie en de niet-commerciële sector brachten het er goed vanaf.

Aanpassingen

De meeste bedrijven leverden ook extra inspanningen om de gevolgen van de crisis op te vangen. Ruim de helft van de ondernemingen paste hun werkorganisatie aan, meer dan vier op de tien zetten in op digitalisering van werkprocessen. Ook pasten ruim vier op de tien het takenpakket van werknemers aan en vroegen ze een premie om omzetverliezen te compenseren.

En die inspanningen bleven niet zonder resultaat. Volgens SERV-voorzitter Hans Maertens bevestigt het onderzoek dat een grote groep ondernemingen de crisis relatief goed heeft doorstaan. “Maar dat heeft hen wel veel inspanningen gekost”, voegt hij toe. “Ondernemingen hadden ook veel factoren zelf niet in handen en moesten roeien met de riemen die ze hadden. De oorlog in Oekraïne daagt hen nu jammer genoeg opnieuw uit.”

Om die aardwarmte uit de grond naar boven te halen, boort de Leuvense projectontwikkelaar Resiterra nu zo’n 300 lussen en dat tot wel 150 meter diep. Het is een milieuvriendelijk en duurzaam alternatief voor de traditionele energiebronnen, omdat er geen fossiele brandstoffen worden verbruikt. De toekomstige bewoners zullen minder betalen om hun huizen te verwarmen. Dat tonen de cijfers van het nabijgelegen Janseniushof aan, waar ook een geothermisch netwerk ligt. In die wijk bespaart het gemiddelde gezin nu zo’n 200 euro per jaar.

Verspreid over de bijna 7 hectare grote Hertogensite worden zo’n 300 putten geboord. In die putten komen leidingen die via een lus weer naar boven komen. Door die leidingen vloeit een mengsel van glycol en water dat opgewarmd wordt door de bodem of warmte afgeeft aan die bodem. Via dit warmtenet van 100 kilometer ondergrondse leidingen wordt de warmte verdeeld over de 400 wooneenheden en andere gebouwen op de Hertogensite.

“De winst voor het milieu is enorm. We kunnen de vergelijking maken met een gelijkaardige site, het Janseniushof, waar we in 2017 al een geothermisch netwerk aanlegden en geen CO2 uitstoot meer hebben. Een woning met een gasboiler stoot elk jaar zo’n 1 ton CO2 uit. Dat wil zeggen dat we de afgelopen 3 jaar in het Janseniushof al 300 ton CO2 hebben uitgespaard. En die lijn willen we doortrekken op de Hertogensite: zowel voor de huizen als voor de gebouwen gaan we de CO2-uitstoot volledig bannen”, zegt Erik Van Hoof, CEO van Resiterra.

De boorwerken zullen duren tot het voorjaar van 2023.

De website staat nog maar twee weken online, de eerste klanten hebben zich gemeld. MaSsupport is een start-up, maar het idee voor deze onderneming had Lydia Berrens (56) uit Beerse al langer. “In 2013 hebben mijn man en ik zelf een tweede verblijf gekocht in Spanje. Die zoektocht was niet eenvoudig. Er zijn zoveel makelaars en ze beweren allemaal de beste te zijn. Als je er een contacteert, neemt hij je mee op sleeptouw naar woningen die helemaal niet aan jouw criteria voldoen. Nadat wij 35 woningen hadden gezien, dachten we, dat moet toch aangenamer kunnen.”

Negen jaar later haalde Lydia Berrens dat idee van onder het stof. Een loopbaan in de administratie van rusthuizen was plots afgebroken. “Ik wilde nog niet met pensioen, maar wilde wel iets doen waar ik energie van krijg. Spanje kwam al snel weer in het vizier.”

Personal shopper

De ultieme test was de zoektocht naar een woning in Spanje voor een bevriend koppel. “Wat ik wilde doen, bleek haalbaar. Ik wil geen makelaar zijn, ik wil op zoek gaan naar het juiste huis. Makelaars hebben panden in portefeuille en die willen ze verkopen. Ik niet. Ik praat met mensen, ga na aan welke criteria hun woning moet voldoen en ga dan bij verschillende makelaars op zoek naar het pand dat aan die criteria beantwoordt. De klant heeft een duidelijk plan vooraleer hij naar Spanje vertrekt.”